Home  | Instellen als startpagina  | Contact  | Nieuws
Stan Lauryssens: Mijn heerlijke nieuwe wereld
Leven en liefdes van Maria Nys Huxley
Zij zijn wereldberoemd, de personages in “Mijn heerlijke nieuwe wereld”. Overtuig uzelf…
D.H. Lawrence
Thomas Mann
Charlie Chaplin
Walt Disney
Krishnamurti
Marlene Dietrich
Audrey Hepburn
Maria Huxley? Nooit van gehoord. Ik had ook geen bijzondere interesse in Aldous Huxley. Ik wist dat hij de schrijver was van een wereldbesteller, Brave New World, en dat hij experimenteerde met psychedelische drugs, maar daar hield mijn belangstelling op, eerlijk gezegd. Ik zat met een biografie over Caryl Chessman in mijn hoofd. Chessman werd in 1960 ter dood gebracht in de gaskamer van San Quentin. In die tijd ondertekenden twee beroemde schrijvers een petitie om het leven van Chessman te sparen: de Amerikaan Norman Mailer en de Engelsman Aldous Huxley, die in Hollywood woonde. Ik schreef een brief aan Mailer, waarin ik hem vroeg waarom hij de verdediging had opgenomen van een ter dood veroordeelde serieverkrachter. Ik ontving een schriftelijk antwoord dat typisch Mailer is: “Beste Stan, sla me dood, ik weet het niet meer. In die tijd was ik ofwel stoned ofwel dronken. Beste groeten, Norman Mailer.”
Maria Nys Huxley was hopeloos verliefd op Virginia Woolf...
Aldous Huxley overleed in november 1963, op dezelfde dag in hetzelfde uur als President Kennedy. Ik begon alles van en over Huxley te lezen—en hoe meer ik over hem las, hoe meer ik er van overtuigd raakte dat niet de halfblinde schrijver de drijvende kracht was achter zijn carrière, maar wel zijn echtgenote Maria, een tenger vrouwtje dat fysiek amper aan zijn schouder kwam. De meisjesnaam van Maria Huxley was Nys—een Vlaamse naam, zonder enige twijfel. Nys uit Kortrijk, volgens de Encyclopedia Brittanica. Ik trachtte haar familie te lokaliseren en schreef een brief aan iedere “Nys” in Kortrijk en omgeving. Een ver familielid belde mij op. Zij herinnerde zich dat de familie vele jaren geleden een handvol brieven van Maria Nys Huxley had gedeponeerd bij de Koninklijke Bibliotheek Albertina in Brussel.
... maar de grote liefde in haar leven was Greta Garbo.
De Albertina is een groot, log, vierkant betonnen gebouw in het hart van Brussel. Er staat niets op computer. Wie informatie zoekt, moet zich een weg banen door een paar miljoen indexkaarten. Na twee weken in de bibliotheek vond ik op de vijfde verdieping, in het Musée de la Literature, een indexkaart met de vermelding: “Maria Nys Huxley: 2 C”. Ik vroeg de archivaris naar de betekenis van “2 C”. Zij antwoordde: “2 Cartes.” Twee brieven. Niet veel, maar alle begin is moeilijk, en wie het kleine niet begeert… Een half uur later bracht de archivaris mij twee zware kartonnen dozen. “2 C” was niet “2 Cartes” maar “2 Cartons”. Twee dozen. Er zaten drieduizend brieven in die Maria Nys Huxley vanuit alle hoeken van de wereld schreef aan haar moeder en drie zussen, plus vijftig nooit eerder gepubliceerde brieven van Aldous Huxley, met de hand geschreven. Een literaire schat! De brieven van Maria vormden een dagboek in haar eigen woorden. Zij verzond haar eerste brief uit Oxford, in 1916, en de laatste—een ontroerende krabbel—in 1955, enkele dagen voor zij overleed aan kanker. De eerste brief die ik van haar las, was geschreven in Hollywood, in 1937: “Chère Jeanne, ik heb Gary Cooper ontmoet. Hij heeft de mooiste ogen in heel de wereld. Walt Disney nodigde ons uit om zijn filmstudio te bezoeken. Morgen komt Charlie Chaplin op de koffie. Ik heb ook Greta Garbo ontmoet. Zij is verlegen en neurotisch, maar zo’n mooie vrouw!” Ik wist: ik heb stof voor een spannend nieuw boek.